Transport van stoffen (p58)

Test

Test jezelf van Transport van stoffen - Biogenie 4.2 go! - in quiz-vorm gegoten. Voor leerlingen van 4ASO gemeenschapsonderwijs. Om geslaagd te zijn moet je minstens 60 % scoren.

Descarga la versión para jugar en papel

Duplicar

Crear reto

Sobre Test

4º Jaar

diffusie

osmose

osmose en diffusie

plasmolyse

deplasmolyse

omgekeerde osmose

Edad recomendada: 15 años

6 veces realizada

Creada por

Brost Nancy

Bélgica

Top 10 resultados

Todavía no hay resultados para este juego. ¡Sé el primero en aparecer en el ranking!

Inicia sesión

para identificarte.

Crea tu propio juego gratis desde nuestro creador de juegos

Crear test

Compite contra tus amigos para ver quien consigue la mejor puntuación en esta actividad

Crear reto


Transport van stoffen (p58)Versión en línea Test jezelf van Transport van stoffen - Biogenie 4.2 go! - in quiz-vorm gegoten. Voor leerlingen van 4ASO gemeenschapsonderwijs. Om geslaagd te zijn moet je minstens 60 % scoren. por Brost Nancy 1 Deeltjes van een opgeloste stof verspreiden zich spontaan in een oplossing. Beschrijf wat er gebeurt. (vink alle vakjes die bij de omschrijving horen aan). Kies één of meerdere antwoorden a moleculen van de opgeloste stof bewegen (door de Brownse beweging) b De moleculen van de opgeloste stof bewegen doorheen de moleculen van het oplosmiddel. c De beweging gaat door tot een homogeen mengsel bekomen is. d De beweging gebeurt van een hoge naar een lage concentratie aan oplosmiddel. e De moleculen bewegen van een hoge naar een lage concentratie aan opgeloste stof. f De moleculen van het oplosmiddel bewegen niet. 2 Geef de betekenis van de volgende begrippen: diffusie. (duidt alle antwoorden aan die bij het begrip horen). Kies één of meerdere antwoorden a transportproces b transport van de opgeloste stof c transport van het oplosmiddel. d van een hoge naar lage concentratie aan opgeloste stof. e van een lage naar hoge concentratie aan opgeloste stof. f doorheen een semi-permeabel membraan 3 Geef de betekenis van de volgende begrippen: osmose. (duidt alle antwoorden aan die bij het begrip horen). Kies één of meerdere antwoorden a transportproces b transport van de opgeloste stof c transport van het oplosmiddel. d van een hoge naar lage concentratie aan opgeloste stof. e van een lage naar hoge concentratie aan opgeloste stof. f doorheen een semi-permeabel membraan 4 Geef de betekenis van de volgende begrippen: semipermeabel. (duidt alle antwoorden aan die bij het begrip horen). Kies één of meerdere antwoorden a transportproces b eigenschap van een membraan c alle stoffen kunnen erdoor d diffusie kan niet plaatsvinden e niet alle stoffen kunnen erdoor. f osmose kan plaatsvinden 5 Hoe noemt men het proces waarbij: water zich met zijn concentratiegradiënt mee verplaatst en de opgeloste stof zich niet verplaatst? a diffusie b osmose 6 Hoe noemt men het proces waarbij: de opgeloste stof zich met zijn concentratiegradiënt mee verplaatst? a osmose b diffusie 7 Hoe noemt men het proces waarbij: water zich verplaatst tegen de concentratiegradiënt van de opgeloste stof in? a osmose b diffusie 8 Hoe noemt men het proces waarbij: de opgeloste stof zich door een barrière verplaatst, met zijn concentratiegradiënt mee? a osmose b diffusie 9 Het celmembraan fungeert tegelijkertijd als barrière en als poort. Leg uit. a sommige stoffen kunnen door het membraan en andere niet (poort). Geeft bescherming aan de celinhoud (barrière). b sommige stoffen kunnen automatisch door het membraan (poort). Andere stoffen mogen enkel de cel in en niet uit (barrière) c alle stoffen worden gecontroleerd alvorens ze membraan mogen passeren (barrière en poort) d Alle stoffen kunnen de membraan in en uit (poort) maar dit gebeurt niet in alle richtingen evenveel (barrière). 10 Diffusie en osmose hebben dezelfde oorzaak. Welke? a een membraan b een oplosmiddel c een concentratieverschil d een molecule 11 Wat is dan het verschil tussen diffusie en osmose? (Meerdere antwoorden mogelijk) Kies één of meerdere antwoorden a diffusie moet zonder membraan gebeuren en osmose gebeurt steeds doorheen een membraan. b diffusie vereist geen energie van de cel en gaat dus automatisch, osmose kan enkel als de cel energie levert. c diffusie is het transport van de opgeloste stof en osmose van het oplosmiddel d Bij diffusie gaat het transport van een hoge naar een lage concentratie aan opgeloste stoffen en bij osmose is dit juist omgekeerd. 12 Bij osmose kunnen de opgeloste deeltjes zich niet in de oplossing verspreiden tot er een evenwicht ontstaat. Hoe komt dat? a Omdat er hier geen opgeloste deeltjes zijn. b omdat osmose altijd oneindig doorgaat. c omdat er deeltjes zijn die niet door het membraan kunnen. d omdat er een concentratiegradiënt aanwezig is. 13 (Schrap wat niet past.) Vul in: Bij plasmolyse raakt het cytoplasma los van de celwand. Het proces is omkeerbaar. Plasmolyse treedt bijvoorbeeld op als een plantencel in een ... (a) zoutoplossing wordt geplaatst. Plasmolyse kan ... (b) optreden bij uitdroging. a a) zwakke; b) ook b a) zwakke; b) niet c a) sterke; b) ook d a) sterke; b) niet 14 Uit een aardappel boren we met een boorkurk twee cilinders, P en Q. Als we onmiddellijk na het boren beide cilinders opnieuw in de gaten zouden steken, zouden ze precies passen. Maar we behandelen de cilinders als volgt: P leggen we enige tijd in zuiver water, Q leggen we even lang in een zoutoplossing met een hogere concentratie dan in de aardappelcellen. Daarna proberen we de cilinders in de gaten te passen. Welke uitslag verwacht je? a P past niet en Q past niet b P past niet en Q past ruim c P past ruim en Q past niet d P past ruim en Q past ruim 15 Deplasmolyse is ... a het ontwateren van een cel door osmose. b wateropname via osmose door een cel die een lage concentratie aan opgeloste stof bevat. c wateropname via osmose door een cel die een hogere concentratie aan opgeloste stof bevat dan in zijn omgeving. d wateropname via diffusie van een uitgedroogde cel. 16 Een rijpe kers barst na een regenbui. Leg uit wat er gebeurt. a De kers neemt water op door diffusie waardoor de kers uit zijn vel zal barsten. b De kers neemt de opgeloste stoffen in het regenwater op waardoor er meer water door de boom wordt aangevoerd. c De kers neemt water op door osmose omdat er heel veel sachariden in de kers zitten. d De kers neemt de opgeloste stoffen uit het regenwater waardoor de buitenste cellen zichzelf vernietigen. 17 Bij een bepaalde plantensoort hebben de planten paarse bladeren. De paarse kleur wordt veroorzaakt door een kleurstof in het vacuolevocht. Op een gegeven ogenblik hangen de bladeren van deze plant een beetje slap. Een stukje blad met enkele levende cellen van deze plant wordt in zuiver water gelegd. Wat gebeurt er met de kleur van het vacuolevocht in deze cellen? Wat is hiervoor de verklaring? a De kleur van het vacuolevocht verandert niet, doordat het celmembraan de kleurstof niet doorlaat. b De kleur van het vacuolevocht wordt lichter, doordat er water de vacuole binnendringt. c De kleur van het vacuolevocht wordt lichter, doordat er kleurstof uit de vacuole gaat. d De kleur van het vacuolevocht wordt donkerder, doordat er water uit de vacuole gaat.

Transport van stoffen (p58)Versión en línea

Test jezelf van Transport van stoffen - Biogenie 4.2 go! - in quiz-vorm gegoten. Voor leerlingen van 4ASO gemeenschapsonderwijs. Om geslaagd te zijn moet je minstens 60 % scoren.

por Brost Nancy

Deeltjes van een opgeloste stof verspreiden zich spontaan in een oplossing. Beschrijf wat er gebeurt. (vink alle vakjes die bij de omschrijving horen aan).

Kies één of meerdere antwoorden

moleculen van de opgeloste stof bewegen (door de Brownse beweging)

De moleculen van de opgeloste stof bewegen doorheen de moleculen van het oplosmiddel.

De beweging gaat door tot een homogeen mengsel bekomen is.

De beweging gebeurt van een hoge naar een lage concentratie aan oplosmiddel.

De moleculen bewegen van een hoge naar een lage concentratie aan opgeloste stof.

De moleculen van het oplosmiddel bewegen niet.

Geef de betekenis van de volgende begrippen: diffusie. (duidt alle antwoorden aan die bij het begrip horen).

Kies één of meerdere antwoorden

transportproces

transport van de opgeloste stof

transport van het oplosmiddel.

van een hoge naar lage concentratie aan opgeloste stof.

van een lage naar hoge concentratie aan opgeloste stof.

doorheen een semi-permeabel membraan

Geef de betekenis van de volgende begrippen: osmose. (duidt alle antwoorden aan die bij het begrip horen).

Kies één of meerdere antwoorden

transportproces

transport van de opgeloste stof

transport van het oplosmiddel.

van een hoge naar lage concentratie aan opgeloste stof.

van een lage naar hoge concentratie aan opgeloste stof.

doorheen een semi-permeabel membraan

Geef de betekenis van de volgende begrippen: semipermeabel. (duidt alle antwoorden aan die bij het begrip horen).

Kies één of meerdere antwoorden

transportproces

eigenschap van een membraan

alle stoffen kunnen erdoor

diffusie kan niet plaatsvinden

niet alle stoffen kunnen erdoor.

osmose kan plaatsvinden

Hoe noemt men het proces waarbij: water zich met zijn concentratiegradiënt mee verplaatst en de opgeloste stof zich niet verplaatst?

diffusie

osmose

Hoe noemt men het proces waarbij: de opgeloste stof zich met zijn concentratiegradiënt mee verplaatst?

osmose

diffusie

Hoe noemt men het proces waarbij: water zich verplaatst tegen de concentratiegradiënt van de opgeloste stof in?

osmose

diffusie

Hoe noemt men het proces waarbij: de opgeloste stof zich door een barrière verplaatst, met zijn concentratiegradiënt mee?

osmose

diffusie

Het celmembraan fungeert tegelijkertijd als barrière en als poort. Leg uit.

sommige stoffen kunnen door het membraan en andere niet (poort). Geeft bescherming aan de celinhoud (barrière).

sommige stoffen kunnen automatisch door het membraan (poort). Andere stoffen mogen enkel de cel in en niet uit (barrière)

alle stoffen worden gecontroleerd alvorens ze membraan mogen passeren (barrière en poort)

Alle stoffen kunnen de membraan in en uit (poort) maar dit gebeurt niet in alle richtingen evenveel (barrière).

Diffusie en osmose hebben dezelfde oorzaak. Welke?

een membraan

een oplosmiddel

een concentratieverschil

een molecule

Wat is dan het verschil tussen diffusie en osmose? (Meerdere antwoorden mogelijk)

Kies één of meerdere antwoorden

diffusie moet zonder membraan gebeuren en osmose gebeurt steeds doorheen een membraan.

diffusie vereist geen energie van de cel en gaat dus automatisch, osmose kan enkel als de cel energie levert.

diffusie is het transport van de opgeloste stof en osmose van het oplosmiddel

Bij diffusie gaat het transport van een hoge naar een lage concentratie aan opgeloste stoffen en bij osmose is dit juist omgekeerd.

Bij osmose kunnen de opgeloste deeltjes zich niet in de oplossing verspreiden tot er een evenwicht ontstaat. Hoe komt dat?

Omdat er hier geen opgeloste deeltjes zijn.

omdat osmose altijd oneindig doorgaat.

omdat er deeltjes zijn die niet door het membraan kunnen.

omdat er een concentratiegradiënt aanwezig is.

(Schrap wat niet past.) Vul in: Bij plasmolyse raakt het cytoplasma los van de celwand. Het proces is omkeerbaar. Plasmolyse treedt bijvoorbeeld op als een plantencel in een ... (a) zoutoplossing wordt geplaatst. Plasmolyse kan ... (b) optreden bij uitdroging.

a) zwakke; b) ook

a) zwakke; b) niet

a) sterke; b) ook

a) sterke; b) niet

Uit een aardappel boren we met een boorkurk twee cilinders, P en Q. Als we onmiddellijk na het boren beide cilinders opnieuw in de gaten zouden steken, zouden ze precies passen. Maar we behandelen de cilinders als volgt: P leggen we enige tijd in zuiver water, Q leggen we even lang in een zoutoplossing met een hogere concentratie dan in de aardappelcellen. Daarna proberen we de cilinders in de gaten te passen. Welke uitslag verwacht je?

P past niet en Q past niet

P past niet en Q past ruim

P past ruim en Q past niet

P past ruim en Q past ruim

Deplasmolyse is ...

het ontwateren van een cel door osmose.

wateropname via osmose door een cel die een lage concentratie aan opgeloste stof bevat.

wateropname via osmose door een cel die een hogere concentratie aan opgeloste stof bevat dan in zijn omgeving.

wateropname via diffusie van een uitgedroogde cel.

Een rijpe kers barst na een regenbui. Leg uit wat er gebeurt.

De kers neemt water op door diffusie waardoor de kers uit zijn vel zal barsten.

De kers neemt de opgeloste stoffen in het regenwater op waardoor er meer water door de boom wordt aangevoerd.

De kers neemt water op door osmose omdat er heel veel sachariden in de kers zitten.

De kers neemt de opgeloste stoffen uit het regenwater waardoor de buitenste cellen zichzelf vernietigen.

Bij een bepaalde plantensoort hebben de planten paarse bladeren. De paarse kleur wordt veroorzaakt door een kleurstof in het vacuolevocht. Op een gegeven ogenblik hangen de bladeren van deze plant een beetje slap. Een stukje blad met enkele levende cellen van deze plant wordt in zuiver water gelegd. Wat gebeurt er met de kleur van het vacuolevocht in deze cellen? Wat is hiervoor de verklaring?

De kleur van het vacuolevocht verandert niet, doordat het celmembraan de kleurstof niet doorlaat.

De kleur van het vacuolevocht wordt lichter, doordat er water de vacuole binnendringt.

De kleur van het vacuolevocht wordt lichter, doordat er kleurstof uit de vacuole gaat.

De kleur van het vacuolevocht wordt donkerder, doordat er water uit de vacuole gaat.

Transport van stoffen (p58)

Test

Descarga la versión para jugar en papel

Creada por

Top 10 resultados

Top juegos

Test

Cultura general española

Test

cuanto sabes de Futbol

Test

Brawl stars preguntas

Test

Tipos de sintagmas (II)

Test

Verbos irregulares en Inglés

Transport van stoffen (p58)Versión en línea

por Brost Nancy

Deeltjes van een opgeloste stof verspreiden zich spontaan in een oplossing. Beschrijf wat er gebeurt. (vink alle vakjes die bij de omschrijving horen aan).

Kies één of meerdere antwoorden

Geef de betekenis van de volgende begrippen: diffusie. (duidt alle antwoorden aan die bij het begrip horen).

Kies één of meerdere antwoorden

Geef de betekenis van de volgende begrippen: osmose. (duidt alle antwoorden aan die bij het begrip horen).

Kies één of meerdere antwoorden

Geef de betekenis van de volgende begrippen: semipermeabel. (duidt alle antwoorden aan die bij het begrip horen).

Kies één of meerdere antwoorden

Hoe noemt men het proces waarbij: water zich met zijn concentratiegradiënt mee verplaatst en de opgeloste stof zich niet verplaatst?

Hoe noemt men het proces waarbij: de opgeloste stof zich met zijn concentratiegradiënt mee verplaatst?

Hoe noemt men het proces waarbij: water zich verplaatst tegen de concentratiegradiënt van de opgeloste stof in?

Hoe noemt men het proces waarbij: de opgeloste stof zich door een barrière verplaatst, met zijn concentratiegradiënt mee?

Het celmembraan fungeert tegelijkertijd als barrière en als poort. Leg uit.

Diffusie en osmose hebben dezelfde oorzaak. Welke?

Wat is dan het verschil tussen diffusie en osmose? (Meerdere antwoorden mogelijk)

Kies één of meerdere antwoorden

Bij osmose kunnen de opgeloste deeltjes zich niet in de oplossing verspreiden tot er een evenwicht ontstaat. Hoe komt dat?

(Schrap wat niet past.) Vul in: Bij plasmolyse raakt het cytoplasma los van de celwand. Het proces is omkeerbaar. Plasmolyse treedt bijvoorbeeld op als een plantencel in een ... (a) zoutoplossing wordt geplaatst. Plasmolyse kan ... (b) optreden bij uitdroging.

Deplasmolyse is ...

Een rijpe kers barst na een regenbui. Leg uit wat er gebeurt.