Lees supersnel door de tekst heen op zoek naar een naam, een trefwoord …
Deze tekst is zo bruikbaar/interessant dat ik hem helemaal wil lezen.
Oriënterend lezen
Kijk naar de titel Witregels, tussenkopjes en signaalwoorden maken vaak duidelijk wat inleiding, kern en slot is Lees de inleiding en het slot en verbind die met de titel. Als je dat niet lukt: lees een of meerdere beginalinea’s. Doe hetzelfde met de slotalinea(‘s), probeer een verband te leggen met de titel Lijkt de tekst je betrouwbaar? Kun je achterhalen of de schrijver je wil informeren, overtuigen of activeren?
Lees de tekst oriënterend. Lees de beginzin of de beginzinnen van de alinea’s. Zodra je weet waarover die gaan, ga je naar de volgende alinea. Het kan ook zijn dat de hoofdgedachte van de alinea in de laatste zin staat. Let ondertussen op signaalwoorden, witregels en tussenkopjes. Zet eventueel streepjes of korte opmerkingen in de kantlijn.
Lees de tekst oriënterend Lees de tekst globaal Lees de tekst helemaal.
Ik wil in grote lijn weten wat er in deze tekst staat Ik wil de hoofdzaken kunnen weergeven van deze tekst
Zoekend lezen
Ik wil weten waar deze tekst over gaat en wat de schrijver over dat onderwerp wil meedelen. Ik wil zien of ik wat aan deze tekst heb.
Intensief lezen
globaal lezen
Ik heb een speciale vraag en wil weten of het antwoord in deze tekst staat.
