Relacionar Columnas Frans klas 5: vraagwoordenVersión en línea Vraagwoorden correct vertalen por Vera Vds 1 où? 2 Comment vas-tu? 3 De quoi as-tu besoin? 4 C'est quoi? 5 Ça fait combien? 6 comment? 7 combien? 8 qui? 9 Tu vas où? 10 C'est qui? 11 quoi? 12 quel? Wat heb je nodig? wie? Waar ga je heen? hoeveel? Wat is dat? hoe? Wie is het? wat? waar? welk(e)? Hoe gaat het met je? Hoeveel kost het?