Kerstverhaal (D)Versión en línea Kerstverhaal in Engels. por Cools Ellen 1 Vanwaar komt de naam 'Christmas'? Selecteer een of meer antwoorden a Jezus Christ died (Jezus Christus is gestorven). b Jesus Christ was born (Jezus Christus is geboren). 2 Wat is Nazareth? Selecteer een of meer antwoorden a a little town (een klein stadje) b the name of a sheep (de naam van een schaap) c the capital of Israel (de hoofdstad van Israel). 3 Wat gebeurde er op een nacht? Selecteer een of meer antwoorden a An angel knocked on the door (een engel klopte op de deur). b An angel sang a song (een engel zong een lied). c An angel appeared (een engel verscheen). 4 Waat gaat Maria krijgen? Selecteer een of meer antwoorden a a child (een kind) b a son (een zoon) c a husband (een man) 5 Wie stuurde de soldaten op pad? Selecteer een of meer antwoorden a the emperor (de keizer) b the king (de koning) c the knight (de ridder) 6 Wat moet Jozef betalen? Selecteer een of meer antwoorden a money (geld) b a fine (een boete) c taxes (belastingen) 7 Wat gebeurde er toen ze in Bethlehem aankwamen? Selecteer een of meer antwoorden a All the places were full (alles was volgeboekt). b People cheered (mensen juichten). c taxes (belastingen) 8 Wat deed Jozef? Selecteer een of meer antwoorden a He looked for food (hij zocht eten). b He kept knocking and knocking (hij bleef maar kloppen). c He yelled (hij roepte). 9 Hoe voelt Mary zich? Selecteer een of meer antwoorden a happy (blij) b tired (moe) c impatient (ongeduldig) 10 Waar werd Jezus geboren? Selecteer een of meer antwoorden a in a palace (in een paleis) b in a castle (in een kasteel) c in a stable (in een stal) 11 Wat is er te zien aan de hemel Selecteer een of meer antwoorden a a white star (een witte ster) b a big star (een grote ster) c a yellow star (een gele ster) 12 Hoe zeg je herder in het Engels? Selecteer een of meer antwoorden a a sheperd b a sheep c a shadow 13 WIe was geboren? Selecteer een of meer antwoorden a a magical person (een magisch persoon) b a king (een koning) c a saviour (een verlosser) 14 Wat deden de herders nadat ze Jezus gezien hadden? Selecteer een of meer antwoorden a They gave a party (ze gaven een feestje) b They spread the news (ze verspreidden het nieuws). c They stayed in the stable (ze bleven in de stal). 15 Waarom kan Tofu best niet van de ladder vallen? Selecteer een of meer antwoorden a There are no angels ( er zijn geen engels). b He will break a leg (hij zal een been breken). c He will get hurt (hij zal gewond geraken).