Froggy Jumps Oefenen met tussenlettersVersión en línea Oefenopdracht por Sem van Veen 1 Rood+Kool a Rodekool b Rodenkool c Roodekool 2 Zwijn+stal a Zwijnestal b Zwijnenstal c Zwijnesstal 3 Groenten+soep a Groentessoep b Groentesoep c Groentensoep 4 Waarom is het Groentesoep? a Het eerste deel heeft ook een meervoud de eindigt op s: Groentes en Groenten b Het eerste deel verwijst naar iets waar en maar één van is. c Als het eerste deel geen meervoud heeft. 5 Onweer+bui a Onweerbui b Onwerenbui c Onweersbui 6 Spin+web a Spinweb b Spinneweb c Spinnenweb 7 Waarom is het spinnenweb? a Geen idee b het is een zelfstandig naamwoord dat alleen een meervoud op -en heeft c Het klinkt alsof er -en- staat dus schrijf je dat op 8 invalide+plaats a invalidenplaats b invalidesplaats c invalideplaats 9 zon+steek a zonnensteek b zonnesteek c zonsteek 10 Waarom is het Zonnesteek? a Het eerste deel heeft ook een meervoud de eindigt op s. b het eerste deel heeft geen meervoud c Het eerste deel verwijst naar iets waar en maar één van is. 11 Vee+arts a Veeënarts b Veearts c Veesarts 12 Waarom is het veearts? a het eerste deel heeft geen meervoud. b Het eerste deel verwijst naar iets waar en maar één van is. c Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord. 13 beer+sterk a beersterk b berensterk c beresterk 14 beer+klauw a bereklauw b berenklauw c beerklauw 15 geboorte+kaartje a geboortenkaartje b geboortekaartje c geboorteskaartje 16 Waarom is het geboortekaartje a Het eerste deel versterkt een bijvoegelijk naamwoord. b Het eerste deel heeft ook een meervoud de eindigt op s. c Het eerste deel heeft geen meervoud.