Auf dem MarktVersión en línea Wer sagt was? Verkaeufer oder Kunde? Aus dem ''Welkom!''-Buch por J. T.B. 1 Verkaeufer 2 Kunde Zegt u het maar. Anders nog iets? Wie is er aan de beurt? Dat is 15 Euro bij elkaar. Vandaag is de zalm in de aanbieding. Mag het een beetje meer zijn? Ik wil graag twee kilo tomaten. Doet u maar vier kilo. Wat heeft u vandaag in de aanbieding? Dat was het. Wat kosten de tomaten? Hoeveel kost de spinazie?