Crear actividad
Ico create Educaplay Crear actividad
Todas las actividades
Jugar Test
1. 
Wat zijn chromosomen?
A.
Mensen met een handicap
B.
Je haarkleur
C.
Lange dunne draden met erfelijk materiaal (DNA) erin
2. 
Hoeveel chromosomen heeft de mens?
A.
40
B.
23
C.
256
D.
46
3. 
Wat is een gen?
A.
Een ander woord voor lichaamscel
B.
Het fenotype van een organisme
C.
Een deel van een chromosoom met de informatie voor één erfelijke eigenschap
4. 
Het uiterlijk van een organisme noem je het...
5. 
Op welke plek in een cel liggen de chromosomen?
A.
De chromosomen liggen los in de cel
B.
De chromosomen zitten tegen de celwand aan
C.
De chromosomen liggen in de celkern
D.
Alle bovenstaande antwoorden kloppen
6. 
Hoeveel chromosomen bevat een geslachtscel van de mens?
A.
46
B.
22
C.
47
D.
23
7. 
Uit wat voor soort cellen is je lichaam opgebouwd?
8. 
Bevat een eicel alleen een X-chromosoom, een Y-chromosoom, of allebei?
A.
Alleen een Y-chromosoom
B.
Zowel een X-chromosoom als een Y-chromosoom
C.
Alleen een X-chromosoom
9. 
Hoe definiëren we fenotype?
10. 
Geslachtschromosomen in lichaamscellen die NIET voor kunnen komen zijn:
A.
X en X
B.
X en Y
C.
Y en Y
11. 
In een lichaamscel van een dier zitten 50 chromosomen, hoeveel chromosomen zitten er in de geslachtscellen?
A.
100 chromosomen
B.
75 chromosomen
C.
50 chromosomen
D.
25 chromosomen
12. 
Hoe noem je een combinatie van gunstige eigenschappen in een nakomeling?
A.
Mutatie
B.
Geslachtelijke voortplanting
C.
Ongeslachtelijke voortplanting
D.
Veredeling
13. 
Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn:
A.
De nakomelingen verschillend van de ouder
B.
De nakomelingen soms hetzelfde als de ouder
C.
De nakomelingen exact hetzelfde als de ouder
D.
Ongeslachtelijke voortplanting bestaat niet
14. 
Stekken is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting
A.
Juist
B.
Onjuist
15. 
Janneke heeft haar haar blond geverfd. Heeft deze verandering invloed op het genotype, het fenotype of allebei?
A.
Dit heeft op zowel het genotype als het fenotype invloed
B.
Dit heeft alleen invloed op het genotype
C.
Dit heeft alleen invloed op het fenotype
D.
Dit heeft op beide geen invloed