Relacionar Columnas Narratologie - herhaling personages en verhaalopbouwVersión en línea In deze combinatie-oefeningen moeten leerlingen termen linken met hun definitie. De termen gaan over twee verschillende onderdelen binnen narratologie, zoals verhaalopbouw en de soorten personages. por Cara Baplue 1 Held 2 Gesloten einde 3 Open einde 4 Statisch personage 5 In medias res 6 Protagonist 7 Antiheld 8 Antagonist 9 Nevenfiguur 10 Round character 11 Ab ovo 12 Dynamisch personage 13 Post rem / In ultimas res 14 Flat character = personage dat de handeling (machteloos) ondergaat = het hoofdpersonage, rond hem/haar draait het hele verhaal = soort verhaalbegin = beginnen bij het begin = de tegenspeler, het personage dat voor conflict of tegenstand zorgt in het verhaal = soort verhaaleinde = een einde dat niet alle vragen over de afloop van het verhaal beantwoordt (De lezer blijft achter met interpretaties over het einde en wat nog volgt.) = soort verhaaleinde = einde dat alle vragen over de afloop van het verhaal beantwoordt (De lezer weet alles wat hij moet weten over het einde omdat de schrijver dit neergeschreven heeft.) = figuranten, personages die minder belangrijk zijn voor het verhaal = personage met één of enkele vaste karaktereigenschappen en weinig psychologische diepgang = soort verhaalbegin = beginnen midden in de actie / het verhaal = personage met verschillende complexe karaktereigenschappen en veel psychologische diepgang, diep uitgewerkt = een personage dat de handeling bepaalt = een personage dat gedurende het verhaal grotendeels hetzelfde blijft; hij/zij ontwikkelt niet of amper naar het einde van het verhaal toe = personage dat een ontwikkeling doormaakt in het verhaal; aan het einde van het verhaal hebben ze iets bijgeleerd of zijn ze veranderd = soort verhaalbegin = beginnen bij het einde van het verhaal