Froggy Jumps Het ImperfectumVersión en línea Vervoeg de regelmatige verba. por Nederlandse Academie 1 Hij …………………. (fietsen) heel lang. a gefietst b fietsde c fietste 2 We …………………. (proeven) die chocolade. a proefen b proeften c proefden 3 De kinderen …………………. (lachen) veel. a lachden b lachten c lachdden 4 Ze …………………. (kussen) elkaar. a kusden b kussen c kusten 5 Dat …………………. (kloppen) niet. a klopten b klopte c klopden 6 De honden …………………. (blaffen) urenlang. a blafden b blaffen c blaften 7 We …………………. (horen) lawaai. a hoorden b hoor c hoortten 8 Hij …………………. (vertellen) ons zijn avontuur. a vertelte b vertel c vertelde 9 Vader en moeder …………………. (huren) een groot appartement. a huurdden b huurten c huurden 10 Je …………………. (reizen) naar Amerika, nietwaar? a reisde b reiste c reisse