Froggy Jumps Verben, niederlaendischVersión en línea Rechtschreibung por J. T.B. 1 Ik (eten) ... een broodje. a eten b et c eet 2 Ik (lezen) ... de krant. a lees b les c leez 3 (Spreken) ... jij Nederlands? a Spreekt b Spreek c Sprek 4 Hij (koken) ... graag. a kookt b kokt c kook 5 (Heten)... jij Paul? a Heet b Het c He 6 Hij (spellen)... zijn achternaam. a spellt b spelt c speelt 7 Het kind (spelen) ... met de kat. a speel b speelt c spelt 8 (Schaatsen) ... jij graag? a Schats b Schaats c Schaatst 9 Ik (lezen) ... een boek. a les b lees c lez 10 De kat (rennen) ... a reent b rent c rennt