Completar frases die oeffentlichen Verkehrsmittel (NL)Versión en línea Uebersetze por J. T.B. 1 1 . Jan heeft de ( Zug ) gemist . 2 . Ik moet ( umsteigen ) . 3 . Piet moet op de bus ( warten . ) . 4 . Ik reis niet graag met de ( U - Bahn . ) . 5 . Wij moeten hier ( aussteigen . ) . 6 . U moet hier ( einsteigen . ) . 7 . Ik reis graag met de ( Bus . ) . 8 . Daar is onze ( Strassenbahn ) . 9 . Ik reis graag met het openbaar . 10 . Klaas heeft de bus ( verpasst . ) .