Crear juego
Jugar Relacionar Grupos
1. Verkaeufer
2. Kunde

Ik wil graag twee kilo tomaten.

Dat is 15 Euro bij elkaar.

Wat kosten de tomaten?

Wie is er aan de beurt?

Dat was het.

Wat heeft u vandaag in de aanbieding?

Anders nog iets?

Vandaag is de zalm in de aanbieding.

Mag het een beetje meer zijn?

Zegt u het maar.

Doet u maar vier kilo.

Hoeveel kost de spinazie?