Icon Crear Crear

Het PRESENS

Test

(17)
De vervoeging (reguliere en irreguliere verba)

Descarga la versión para jugar en papel

387 veces realizada

Creada por

Bélgica

Top 10 resultados

  1. 1
    Ikram
    Ikram
    00:48
    tiempo
    100
    puntuacion
  2. 2
    00:59
    tiempo
    100
    puntuacion
  3. 3
    M
    M
    01:02
    tiempo
    100
    puntuacion
  4. 4
    01:10
    tiempo
    100
    puntuacion
  5. 5
    01:13
    tiempo
    100
    puntuacion
  6. 6
    02:24
    tiempo
    100
    puntuacion
  7. 7
    hakam
    hakam
    03:19
    tiempo
    100
    puntuacion
  8. 8
    Rcp
    Rcp
    01:48
    tiempo
    93
    puntuacion
  9. 9
    04:10
    tiempo
    93
    puntuacion
  10. 10
    04:25
    tiempo
    93
    puntuacion
¿Quieres aparecer en el Top 10 de este juego? para identificarte.
Crea tu propio juego gratis desde nuestro creador de juegos
Compite contra tus amigos para ver quien consigue la mejor puntuación en esta actividad

Top juegos

  1. tiempo
    puntuacion
  1. tiempo
    puntuacion
tiempo
puntuacion
tiempo
puntuacion
 
game-icon

Het PRESENSVersión en línea

De vervoeging (reguliere en irreguliere verba)

por Karen De Potter
1

(wassen) Hij ……………………………………………… de kleren in de wasmachine.

Geschreven antwoord

2

(zijn) Ik ……………………………………… al drie dagen ziek.

Geschreven antwoord

3

(kijken) Ik ……………………………………………… graag naar tv.

Geschreven antwoord

4

(opstaan) Wij ……………………………………… elke ochtend vroeg ……………………… .

Geschreven antwoord

5

(werken) Jullie …………………………………………………………… in de supermarkt.

Geschreven antwoord

6

(thuiskomen) Hij ……………………………………………………… om 3u. ‘s nachts ……………………… .

Geschreven antwoord

7

(hebben) Ik ……………………………………………… zeven kinderen.

Geschreven antwoord

8

(koken) Jullie ……………………………………………… spaghetti.

Geschreven antwoord

9

(doen) Marianne ……………………………………… elke dag boodschappen .

Geschreven antwoord

10

(nemen) Wij ……………………………………………… graag een douche. .

Geschreven antwoord

11

(gaan) Debby ………………………………………… graag op café.

Geschreven antwoord

12

(tennissen) Ze ………………………………………………………………………… in het park.

Geschreven antwoord

13

(zwemmen) Jij ……………………………………………………… niet graag.

Geschreven antwoord

14

(strijken) Hij …………………………………………………… niet graag broeken .

Geschreven antwoord

15

(drinken) Zij ……………………………………………… elke morgen een koffie.

Geschreven antwoord

educaplay suscripción