Relacionar Columnas Spel met vocabulario 1.2Versión en línea Spel met vocabulario 1.2 por Blanca Cano Gonzalez 1 no 2 me llamo 3 es 4 hablas 5 sí 6 la piscina 7 soy 8 el camping 9 bien 10 ¡hola! 11 voy 12 vas 13 inglés 14 vamos 15 ¿Y tú? ja / wel En jij? Hallo ik ga het zwembad ik ben je spreekt goed ik heet jij gaat het / hij / zij is, u bent nee Engels de camping wij gaan