Relacionar Columnas Spreekwoorden en zegswijzenVersión en línea Door dit 'spel' te spelen, oefen je les 5 van BLOK 6 extra in. Veel succes! Kirsten, Griet en Filip por Filip Budts 1 Beter een goede buur dan een verre vriend. 2 Boontje komt om zijn loontje. 3 Als mijn kat een koe was, kocht ik geen melk meer. 4 Katten die muizen, mauwen niet. 5 Als het kalf verdronken is, dempt men de put. 6 Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht. 7 De beste stuurlui staan aan wal. 8 De appel valt niet ver van de boom. De toeschouwers doen het altijd beter (met hun mond) dan de uitvoerders. Mensen die aan het eten zijn, praten meestal niet zo veel. Pas als het te laat is, wordt er actie ondernomen. Je hebt beter een beetje dan helemaal niets. Op onzinnige vragen krijg je een onzinnig antwoord. Van iemand uit je directe omgeving kan je altijd hulp verwachten. Op hem of haar kan je rekenen. Hij heeft zijn straf verdiend. Bijvoorbeeld: Die kleuter was stout en moest van zijn papa in de hoek gaan staan. Kinderen lijken vaak op hun ouders. Ze doen bepaalde dingen op precies dezelfde manier dan hun ouders.