Verleden tijd: VTTVersión en línea Kies de juiste vorm in de verleden tijd (VTT) por Fam Kuppens 1 Gisteren heb ik mijn hemd ... (strijken) a gestrijkt b gestreken c gestroken d gestrijkd 2 Gisteren heb ik een nieuwe gsm ... (kopen). a gekocht b gekoopt c gekoopd d gekochen 3 Vorige week zijn wij naar Frankrijk ... (reizen). a gerozen b gerezen c gereist d gereisd 4 Ik heb woensdag een lekkere taart ... (bakken) a gebakken b gebakt c gebakd d gebekken 5 Mijn lief heeft een mooie brief naar mij ... (schrijven) a geschrijft b geschrijfd c geschreven d geschroven 6 Mieke heeft gisteren heel de avond tv ... (kijken). a gekoken b gekeken c gekijkt d gekijkd 7 Hij heeft het raam niet goed ... (sluiten). a gesluit b gesluid c geslaten d gesloten 8 Heb jij je jas ... (uitdoen)? a uitgedaan b geuitdaan c uitgedoen d geuitdoen 9 Ik heb een uur tot god ... (bidden). a gebid b gebad c gebeden d gebaden 10 Die jongens hebben tijdens de turnles ... (vechten). a gevecht b gevochten c gevechd d gevogten