Icon Buscar juegos
Icon Crear Crear

NOZ 2.3 Op zoek naar land1-C

Completar frases

1. Pamela en Edwin liggen op het strand
Gatentekst met ENGELSE woorden

Descarga la versión para jugar en papel

Editar icon Duplicar
Crear reto icon Crear reto
Imprimir icon Imprimir PDF
Sobre Completar frases
Edad recomendada: 12 años
0 veces realizada

Creada por

Esther Schasfoort
Esther Schasfoort
Curazao

Top 10 resultados

Todavía no hay resultados para este juego. ¡Sé el primero en aparecer en el ranking!
Inicia sesión
para identificarte.
Crea tu propio juego gratis desde nuestro creador de juegos
Crear completar frases
Compite contra tus amigos para ver quien consigue la mejor puntuación en esta actividad
Crear reto

Comentarios 0

Inicia sesión
para escribir un comentario.

Top juegos

  1. tiempo
    puntuacion
  1. tiempo
    puntuacion
tiempo
puntuacion
tiempo
puntuacion
Has superado el número máximo de juegos que puedes imprimir con tu Plan actual.
Para imprimir tantos juegos como quieras, necesitas un Plan Académico o un Plan Comercial.
Obtener Plan Académico

Imprime tu juego

game-icon

Completar

NOZ 2.3 Op zoek naar land1-C

1. Pamela en Edwin liggen op het strand Gatentekst met ENGELSE woorden

Esther Schasfoort
1

al golven zand weet vertel leven bos vroeger zee diep dragen Vandaag vraagt zwemmen Wat herinner op heremietkrabben jij eng baby land heel liggen groot in

NOZ 2 . 3 Op zoek naar land1 - C
1 . Pamela en Edwin ( are lying ) op het strand


Pamela en Edwin zijn ( hermit crabs ) . Heremietkrabben ( live ) op het land . Ze ( carry ) hun huisje altijd met zich mee . Maar heremietkrabben ( swim ) in de zee . Tot ze ( big ) zijn . Dan komen ze aan ( shore / land ) .

Pamela en Edwin wonen ( already ) een jaar op het land . Ze lopen ( in ) de natuur van Sint Eustatius . Ze lopen ( on ) de Quill en in het ( forest ) . ( today ) liggen Pamela en Edwin op het strand . Ze liggen heerlijk in het ( sand ) . ( What ) een mooie dag ! Pamela kijkt uit over de ( waves ) en de zee . Ze ( asks ) aan Edwin : ? Weet jij nog hoe het ( before ) was ? ? Toen we klein waren en in de ( sea ) leefden ? We waren nog ? s ( babies ) ! Ik ( know ) het nog wel . Weet ( you ) het nog ? Edwin denkt even na en zegt dan : ? Ik weet het nog ( very ) goed . Ik vond het best ( scary ) . Zal ik vertellen wat ik me nog ( remember ) ? ? ? Ja , leuk , ( say / tell me ) wat je nog weet , zegt Pamela . ? Edwin haalt ( deep ) adem en begint te vertellen .

Imprimir PDF