1
de elektronen op de buitenste schil
2
NaOH
3
cijfer dat het aantal moleculen aangeeft
4
in de kern zitten de neutronen en de .....
5
Verschillende atomen die met elkaar verbonden zijn
6
N is het symbool voor ...
7
Schrijf voluit: C
8
NH3 =
9
een stof die maar uit één soort stof bestaat is een .... stof
10
verschillende zuivere stoffen door elkaar
11
cijfer die in subscript geschreven wordt en die aanduid hoeveel atomen van een bepaalde atoomsoort in de molecule aanwezig zijn.
12
kleinste deeltje waaruit een stof opgebouwd is.
13
Griekse voorvoegsel voor 6.
14
Dat een atoom opgebouwd is uit een kern met schillen wordt voorgesteld in het atoommodel van ....
15
Griekse voorvoegsel voor 3