Uitleg
De hersenen, horen net als het ruggenmerg, bij het centrale zenuwstelsel
De zenuwen zijn meer afgelegen, en worden als perifeer benoemd.
De vitale functies worden vlot samengevat als A(demhaling), B(ewustzijn) en C(irculatie)
Het centrale zenuwstelsel heeft een extra beschermlaagje, onder de vorm van de schedel en de wervelkolom.
De longen zijn geen spieren, deze werken doordat het diafragma (of middenrif) onze borstholte vergroot en verkleint, alsook de tussenribspieren).
In het strottenhoofd wordt het voedsel in de ene richting gestuurd, en de lucht in de andere richting. Er is een strottenklepje dat steeds de slokdarm afsluit, behalve als we slikken, dan sluit dit de luchtpijp voor korte tijd af.
De huig sluit als een deksel onze neusholte af, bij het slikken.
Niet waar! Het hart pompt zuurstofARM bloed naar onze longen.
Waar: onze luchtpijp dient steeds open te kunnen staan, we hebben constant zuurstof nodig.
De kleinste vertakkingen heten haarvaten, op dit niveau gebeurt de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen tussen organen.
koolstofdioxide is een afvalproduct van de verbranding van voeding in de organen. Dit moet terug naar buiten gebracht worden via de bloedbaan.
Het uiteinde van de spieren worden pezen genoemd, deze worden vastgehecht aan ons skelet.
Bij het verplaatsen van een slachtoffer met een nek- of wervelletsel, kan men de zenuwen (al dan niet verder) beschadigen. Immobiliseren belemmert dat men verdere schade kan doen.
Onze gewrichten zijn een soort rubber bandje dat rond onze botten zit. Hierdoor kunnen onze botten niet tegen elkaar schuren.