Opdracht 3Versión en línea Duid het woord aan dat past bij de zin. por Adriàn Florenciano Pérez 1 Moest je nou echt zo ... tekeer gaan? a hard b hart 2 Ik hou van je met heel mijn ...? a hard b hart 3 Hij stompte heel ... met zijn vuist in mijn maag! a hard b hart 4 Ik vind dat wel een heel hoge ... van haar dat jij haar vriend niet meer mag zien. a eis b ijs 5 Door de opwarming van de aarde smelt het ... in de Noordpool. a eis b ijs 6 Ik vind dat hij een aanstekelijke ... heeft. a lach b lag 7 ... je nog steeds in je bed om 16u? a lag b lach 8 Hij ... zich te pletter om die flauwe mop. a lag b lacht