Icon Crear Crear

PS or PC - 1

Test

Choose between the present continuous and the present simple.

In de onderstaande oefening moet de Present Simple of de Present Continuous ingevuld worden.

Hier volgen nog even de belangrijkste verschillen in gebruik:

Present Simple: bij feiten en gewoontes, wanneer iets altijd, regelmatig of nooit gebeurt.

Present Continuous: wanneer iets NU gebeurt of in de nabije toekomst.

Descarga la versión para jugar en papel

Edad recomendada: 14 años
104 veces realizada

Creada por

Bélgica

Top 10 resultados

  1. 1
    00:25
    tiempo
    100
    puntuacion
  2. 2
    00:24
    tiempo
    50
    puntuacion
¿Quieres aparecer en el Top 10 de este juego? para identificarte.
Crea tu propio juego gratis desde nuestro creador de juegos
Compite contra tus amigos para ver quien consigue la mejor puntuación en esta actividad

Top juegos

  1. tiempo
    puntuacion
  1. tiempo
    puntuacion
tiempo
puntuacion
tiempo
puntuacion
 
game-icon

PS or PC - 1Versión en línea

Choose between the present continuous and the present simple. In de onderstaande oefening moet de Present Simple of de Present Continuous ingevuld worden. Hier volgen nog even de belangrijkste verschillen in gebruik: Present Simple: bij feiten en gewoontes, wanneer iets altijd, regelmatig of nooit gebeurt. Present Continuous: wanneer iets NU gebeurt of in de nabije toekomst.

por Mieke Janssens
1

I ............. (drink) mineral water at the moment, because I have to drive.

2

They ........... (always / play) football when they get home after school.

Choose one or more answers

3

I ......... (usually / listen) to pop music.

Choose one or more answers

4

Now I ............. (listen) to classical music.

5

Right now, they ...... (jog)

Choose one or more answers

6

I ............. (often / drink) Coke.

Choose one or more answers

Feedback

Er staat AT THE MOMENT in de zin. Wanneer iets op dit moment gebeurt, NU dus, gebruik je de Present Continuous.

Er staat ALWAYS in de zin en dat betekent ALTIJD. Wanneer iets altijd gebeurt, gebruik je de Present Simple.

Er staat ALWAYS in de zin en dat betekent ALTIJD. Wanneer iets altijd gebeurt, gebruik je de Present Simple.

Er staat NOW in de zin. Dat geeft aan dat het NU gebeurt, dus moet je de Present Continuous gebruiken.

Er staat RIGHT NOW in de zin en wanneer iets NU gebeurt, gebruik je de Present Continuous.

Er staat OFTEN in de zin en dat betekent VAAK. Wanneer iets vaak gebeurt, gebruik je de Present Simple.

educaplay suscripción