atomen en moleculenVersión en línea voor natuurwetenschappen 5 ASO - herhaling atoombouw, ionbinding, metaalbinding, atoombinding - ruimtelijke structuur a.h.v. Lewisformule en sterisch getal. por Brost Nancy 1 Een 7-Li-ion (+1) bevat hoeveel protonen, neutronen en elektronen? a 3 protonen 4 neutronen 3elektronen b 4 protonen 3 neutronen 3 elektronen c 3 protonen 4 neutronen 2 elektronen 2 Welke uitspraak is juist? a N heeft zeven valentie-elektronen. b N heeft vier neutronen. c N heeft zes protonen. d N heeft drie valentie-elektronen. 3 juist of fout? Een atoom heeft steeds een gelijk aantal elektronen en neutronen. a juist b fout 4 Welk van deze elementen hebben altijd een verschillende lading in een ionverbinding? a K en Na b Br en Cl c O en S d Mg en Al 5 Wat bepaald het atoomnummer? a het aantal protonen b het aantal neutronen c het aantal elektronen 6 Wat betekend 32 in de notatie 32-S? a het massagetal b het atoomnummer 7 Wat is is het juiste aantal aantal protonen, elektronen en neutronen van F-19? a 19 protonen 9 elektronen 10 neutronen b 9 protonen 9 elektronen 10 neutronen c 9 protonen 10 elektronen 9 neutronen d 19 protonen 9 neutronen 19 elektronen 8 Hoeveel neutronen zitten er in een Ar -kern? a 40 b 18 c 22 9 Welke van onderstaande stoffen wordt gevormd door een atoombinding? a KF b MgCl2 c N2 d HCl