Relacionar Columnas Campus 2 Schooltaalwoorden Versión en línea Campus 2 - Deel 4 - Les 40 Schooltaalwoorden por Annika Gaethofs 1 gestructureerd 2 geschikt 3 de maatregel 4 achterhalen 5 de interactie 6 uitvoeren 7 de duiding 8 onderscheiden 9 nadrukkelijk 10 oorspronkelijk 11 sporadisch 12 de uiteenzetting 13 doornemen 14 relativeren 15 De voorspelling - Verschillen tussen dingen zien. - waarnemen - Iemand een ereteken geven. - De betrekkelijkheid erkennen of benadrukken. - Aangeven dat het allemaal wel meevalt. Iets vinden, ontdekken, opsporen - Als iets bijna nooit voorkomt. - heel soms Iets bestuderen, goed bekijken. zoals het eerder was Toestand waarbij personen of zaken op elkaar reageren en met mekaar in contact gaan. ordelijk, met veel structuur Goed bruikbaar. - uitleg, verklaring. - Uitleg geven wat iets betekent. - Iets doen of maken zoals je dat vooraf gepland hebt. - Goederen aan het buitenland verkopen. - Aan een publiek laten zien of horen. - Bezig zijn. Zo dat het heel duidelijk is, met veel nadruk. Besluit hoe iets wordt opgelost of veranderd. Aankondiging van wat (je denkt dat) gaat gebeuren. Verhaal waarin je op een informatieve manier vertelt.