Ordenar Palabras conjunctiesVersión en línea zet de zinnen in de goede volgorde por Docent Syd 1 Ik wil morgen naar de bioscoop gaan, omdat draait nieuwe de morgen film Bond vanaf James . . 2 Ik ga boodschappen doen, want koelkast is mijn leeg . . 3 We gaan niet naar het park, als slecht is weer het . . 4 Sandra koopt vier katten, omdat ze katten houdt van . . 5 Ik heb een zus, maar broer heb ik geen . . 6 Hij heeft kiespijn, dus de tandarts hij gaat naar . . 7 Ik heb het huiswerk niet gemaakt, omdat ik geen had tijd . . 8 Lotte heeft geen auto, omdat ze gaat fietsen liever . . 9 We vieren een groot feest, als jarig moeder is onze . . 10 Ik ga naar de sportschool, maar houd van eigenlijk sporten ik niet . . 11 Ik krijg een diploma, als geslaagd ik ben . . 12 Aisha koopt een broodje, want honger zij heeft . . 13 Ik ga met de bus, omdat heb geen ik rijbewijs . . 14 We blijven thuis, als het buiten regent . . 15 Ik ga in de zomer niet op vakantie, omdat Nederland naar mijn familie komt . .