1
geef de FS van traverser, VOUS
2
Wat betekent (la) \'négation\'?
3
de Futur simple van venir, NOUS
4
de tu-vorm (tegenw.tijd) van het werkwoord opmerken, in het Frans
5
Wat betekent \'compris\'?
6
een blad
7
Vul aan: Elles sont (PC. van monter) ...
8
nodig hebben = avoir ... de
9
vertaal \'echtgenoot\'
10
het voltooid deelwoord van het werkwoord être