Je schrijft een koppelteken tussen een grondwoord en een bijzondere voor- of nabepaling. Het tweede deel is: generaal, president, verbaal, militair.
Je schrijft een koppelteken in tweeledige samenstellingen van een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord met een infinitief, die samen en zelfstandig naamwoord vormen en verwijzen naar 1 begrip.
Je schrijft een koppelteken tussen een grondwoord en een bijzondere voor- of nabepaling. Het eerste deel is aspirant, adjunct, substituut, interim, stagiair, chef, kandidaat.
Je schrijft een koppelteken in samengestelde aardrijkskundige namen en hun afleidingen.
Je schrijft een koppelteken in tweeledige samenstellingen met een persoonlijk voornaamwoord als eerste lid.
Je schrijft een koppelteken in de combinatie zelfstandig naamwoord + eigennaam.
Je schrijft een koppelteken tussen een grondwoord en een bijzondere voor- of nabepaling. Het eerste deel is: assistent; collega; leerling en duidt een beroepsnaam of functie aan.
Je schrijft geen koppelteken in samenstellingen die met een naam beginnen.
het volwassen-worden
de regering-De Croo
collega-leraar; leerling-dokter
Oost-Vlaanderen; Waals-Brabants
chef-kok; adjunct-directeur; stagiair-trainer
ik-verhaal
proces-verbaal; procureur-generaal
Charlottalei