Je schrijft een koppelteken in uitgebreide samenstellingen met gelijkwaardige delen of woordcombinaties. Overal koppeltekens als er geen grondwoord is.
Je schrijft een koppelteken bij samenstellingen met gelijkwaardige delen. Bij een tweedelige functie of titel.
Je schrijft een koppelteken bij samenstellingen met gelijkwaardige delen. Bij evenwaardige bijvoeglijke naamwoorden.
Je schrijft een koppelteken bij samenstellingen met gelijkwaardige delen. Bij familienamen die bij elkaar horen.
Je schrijft een koppelteken bij samenstellingen met gelijkwaardige delen. Uitheemse samenkoppelingen behouden hun schrijfwijze.
Je schrijft een koppelteken in uitgebreide samenstellingen met gelijkwaardige delen of woordcombinaties. Koppeltekens behalve voor het laatste, belangrijkste woord.
rock-'n-roll
de zwart-rood-gele vlag
vertaler-tolk; trainer-coach
dhr. en mevr. Bracke-Neefs
zwart-witfoto
vergeet-mij-nietje