Crear actividad
Jugar Test
1. 
De inkoopprijs van product X is € 100. De brutowinstopslag is 37,5% van de verkoopprijs. De verkoopprijs bedraagt
2. 
De inkoopprijs van product X is € 100. De opslag voor overheadkosten is 20% van de inkoopprijs. De nettowinstopslag is 25% van de verkoopprijs. De verkoopprijs bedraagt
3. 
De inkoopprijs van product X is € 200. De opslag voor overheadkosten is 40% van de inkoopprijs. De verkoopprijs bedraagt € 400. De nettowinstopslag in procenten van de verkoopprijs bedraagt
4. 
Een onderneming produceert en verkoopt slechts één product. De verkoopprijs is € 40. De variabele kosten zijn € 25 per stuk. De constante kosten zijn € 52.500 per jaar. De dekkingsbijdrage per product bedraagt € ...
5. 
Een onderneming produceert en verkoopt slechts één product. De verkoopprijs is € 40. De variabele kosten zijn € 25 per stuk. De constante kosten zijn € 52.500 per jaar. De break-even afzet bedraagt
6. 
Een onderneming produceert en verkoopt slechts één product. De verkoopprijs is € 40. De variabele kosten zijn € 25 per stuk. De constante kosten zijn € 52.500 per jaar. De break-even omzet bedraagt
7. 
Een onderneming produceert en verkoopt slechts één product. De verkoopprijs is € 100. De variabele kosten zijn € 75 per stuk. De constante kosten zijn € 60.000 per jaar. De dekkingsbijdrage per product bedraagt € ...
8. 
Een onderneming produceert en verkoopt slechts één product. De verkoopprijs is € 100. De variabele kosten zijn € 75 per stuk. De constante kosten zijn € 60.000 per jaar. De break-even afzet bedraagt
9. 
Een onderneming produceert en verkoopt slechts één product. De verkoopprijs is € 100. De variabele kosten zijn € 75 per stuk. De constante kosten zijn € 60.000 per jaar. De break-even omzet bedraagt
10. 
Een onderneming produceert en verkoopt slechts één product. De verkoopprijs is € 100. De variabele kosten zijn € 75 per stuk. De constante kosten zijn € 60.000 per jaar. De onderneming il € 100.000 winst per jaar maken. De gewenste afzet bedraagt