Crear actividad
Jugar Test
1. 
Welke kamer van het ziekenhuis is dit?
A.
gipskamer
B.
spoedafdeling
C.
kinderafdeling
D.
röntgenkamer
2. 
Welke afdeling van het ziekenhuis is dit?
A.
kinderafdeling
B.
spoedafdeling
C.
de eerste hulp
D.
onthaal
3. 
Wat zijn andere woorden voor een dokter bij ons?
A.
een arts
B.
een oogarts
C.
een geneesheer
D.
een huisarts
4. 
Hoe noemen we dit?
A.
stethoscoop
B.
otoscoop
C.
injectiespuit
D.
oorspiegel
5. 
Hoe noemen we een dokter die je opereert?
A.
een operatiedokter
B.
een slaapdokter
C.
een chirurg
D.
een logopedist
6. 
Door wat wordt een keelontsteking het veroorzaakt?
A.
goede bacteriën
B.
virussen
C.
slechte bacteriën
D.
antibiotica
7. 
Met wat kunnen we bacteriën en virussen zien?
A.
een telescoop
B.
een verrekijker
C.
een otoscoop
D.
een microscoop
8. 
Jan kan niet goed zien wat de juf op het bord schrijft. Bij wie moet hij langsgaan?
A.
een chirurg
B.
een tandarts
C.
een oogarts
D.
een dermatoloog
9. 
Bij wie kan je medicijnen kopen?
A.
een huisarts
B.
een apotheker
C.
een geneesheer
D.
een ambulancier
10. 
Een bezoek aan de dokter noemen we een ...
A.
patiënt
B.
gesprek
C.
consultatie
D.
doktersattest