Professor
Ellen
en
Mark
zijn
in
een
winkel
en
kijken
naar
nieuw
lesmateriaal
.
.
Ellen
pakt
een
boek
uit
het
rek
.
"
Kijk
Mark
,
ik
heb
hier
een
mooi
boek
.
____________________
boek
ziet
er
goed
uit
!
"
Mark
:
"
Ik
zie
het
.
"
Mark
wijst
naar
boven
.
"
Maar
daar
op
de
bovenste
plank
staat
een
ander
boek
.
____________________
boek
is
beter
.
"
Ellen
pakt
het
boek
van
de
bovenste
plank
.
"
Ja
,
ik
zie
het
.
____________________
boek
is
beter
.
En
heb
je
al
een
mooie
map
gezien
?
"
Mark
pakt
een
mooie
,
paarse
map
.
"
Ja
,
____________________
map
is
goed
.
Hij
is
mooi
en
groot
.
"
Ellen
pakt
de
paarse
map
van
Mark
en
wijst
naar
een
kleine
,
groene
map
.
"
Ik
zie
daar
ook
een
mooie
map
.
____________________
map
is
groen
en
past
perfect
bij
____________________
paarse
map
.
Dan
zijn
de
kleuren
van
Voorwaartz
compleet
!
"
Mark
en
Ellen
lopen
naar
de
kassa
.
Ze
moeten
wachten
in
de
rij
.
Mark
:
"
Bij
____________________
kassa
is
het
druk
.
"
Ellen
wijst
naar
een
andere
kassa
.
"
Zullen
we
naar
____________________
kassa
gaan
?
"
Mark
legt
het
boek
en
de
paarse
map
op
de
band
.
De
mevrouw
achter
de
kassa
heeft
de
paarse
map
in
haar
hand
en
wijst
naar
de
groene
map
en
vraagt
:
"
Is
die
map
ook
van
u
?
Of
alleen
____________________
?
"
Mark
pakt
de
groene
map
en
geeft
hem
aan
de
mevrouw
.
"
Sorry
,
____________________
map
is
ook
van
ons
.
"
De
mevrouw
pakt
een
boek
van
een
andere
klant
.
"
En
is
____________________
boek
ook
van
u
?
"
"
Nee
"
,
zegt
Mark
.
"
____________________
boek
is
niet
van
ons
.
"
Tot
ziens
!