Crear juego
Jugar Relacionar Columnas

wij / jullie / zij

hij / zij / het

Wij zijn Piet en Tom.

Jij bent Joke.

Ik ben Piet.

ik

jij

ben

Ty jesteś Joke.

is

My jesteśmy Piet i Tom.

Ja jestem Piet.

bent

zijn