1
Wie betaalt de handelaar uiteindelijk bij een kredietkaart?
2
De nummer die je nodig hebt wanneer je een overschrijving moet doen. Begint met 'BE'.
3
Betaalmiddel dat niet behoort tot de rechtstreekse en onrechtstreekse betalingen.
4
In het geheugen van de _____ zijn de prijzen van alle artikelen opgeslagen.
5
Deze kassa geeft een onduidelijke kassabon met alleen prijzen en groepen.
6
Een betaling zonder tussenkomst van een financiële instelling noemen we een ____ betaling.
7
Een scanningskassa gaat de _______ lezen via een laserstraal.
8
Bij deze kassa komen geen kassamedewerkers aan te pas.
9
Waarvoor staat PLU? (spaties weglaten)
10
Het doel van een ___ is klantenbinding: oude klanten houden en nieuwe klanten aantrekken.
11
Misleiding bij een geldtransactie aan de kassa.
12
Een _______ of bankkaart is een betaalkaart waarmee jouw betaling of geldafhaling onmiddellijk van jouw zichtrekening wordt gehaald.
13
Het gekregen geld stop je pas in de _____ wanneer je het wisselgeld terug gegeven hebt.
15
De klant moet drie euro terug krijgen. Hoeveel munten van 50 cent zal je aan de klant geven?