Alpien plooiingsgebergte
Geomorfologie
Aardverschuiving
Breukgebergte
Caldera
Explosieve eruptie
Aardbeving
Horst
Lava
Convergente plaatgrens
Afspoeling
Divergente plaatgrens
Door subductie worden water en sedimenten van de zeebodem naar beneden gebracht waardoor de druk in de magmahaard toeneemt. Wanneer de druk te groot is geworden breekt het magma met heel veel kracht door de aardkorst heen.
Botsingszone waar platen naar elkaar toe bewegen.
vloeibaar gesteentemateriaal dat bij een eruptie uitstroomt.
Gebergte dat ontstaat door de hernieuwde opheffing van een door erosie afgebroken oud plooiingsgebergte.
Het wegspoelen van bodemdeeltjes wanneer de watertoevoer groter is dan de opnamecapaciteit van de bodem.
Vormen van het landschap.
Door de zwaartekracht naar beneden glijden van een met water verzadigde verweringslaag.
Een schoksgewijze verplaatsing van stukken aardkorst wanneer de opgebouwde spanning van wrijving zich ontlaadt.
Komvormige krater die ontstaat als bij een explosieve eruptie de magmakamer in een keer leegstroomt en de bovenkant inzakt.
Jonge gebergten (relatief) met scherpe toppen en steile hellingen. Voorbeeld: Alpen, Pyreneeën, Apennijnen.
Delen van de aardkorst in een breukgebergte die niet zakken.
Daar waar platen uit elkaar bewegen, waardoor magma uit kan stromen en nieuw gesteente vormt.