1
samen gaan met iemand, begeleiden
2
beginnen te doen, ondernemen
3
iemand die vóór een ander in ambt of functie was
4
in een gesprek weer op de hoogte brengen of komen
5
voortdurend in een bepaalde richting kijken naar iets dat je verwacht
6
genot, genoegen, vermaak
7
gebied, door gebrek aan water meestal onbewoond en zonder plantengroei
8
de achterstand wegwerken
9
deelnemen aan iets; van de partij zijn, meewerken
10
tweemaal zo groot, zoveel
11
onvoorbereid, eenvoudigweg, zonder aanleiding
12
afkomst, herkomst
13
tijdelijk onderkomen van over stokken gespannen doek
14
een aantal op elkaar geplaatste voorwerpen
15
in zee uitlopend gebergte