Crear actividad
Jugar Relacionar Grupos
1. Vragen hoe het gaat.
2. Zeggen hoe het gaat.
3. Iemand een goede nacht wensen.
4. Iemand bedanken.

Dank u wel.

Dank je wel.

Hoe is het ermee?

Goedenacht.

Bedankt.

Heel goed.

Hoe gaat het met u?

Slaap lekker.

Het gaat wel.

Hoe gaat het met jou?

Hoe gaat het (ermee)?

Uitstekend!

Welterusten.

Niet zo goed.

Prima!

Goed

Slaapwel.