Crear actividad
Jugar Test
1. 
Duid de juiste schrijfwijze aan.
A.
Studenten die weinig colleges volgen kunnen daar spijt van krijgen.
B.
Studenten, die weinig colleges volgen kunnen daar spijt van krijgen.
C.
Studenten die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.
D.
Studenten, die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.
2. 
Duid de juiste schrijfwijze aan.
A.
Het Nederlands voetbalelftal dat zeer sterk speelde behaalde een knappe overwinning.
B.
Het Nederlands voetbalelftal, dat zeer sterk speelde behaalde een knappe overwinning.
C.
Het Nederlands voetbalelftal dat zeer sterk speelde, behaalde een knappe overwinning.
D.
Het Nederlands voetbalelftal, dat zeer sterk speelde, behaalde een knappe overwinning.
3. 
Duid de juiste schrijfwijze aan.
A.
Hij vroeg: "kom je morgen bij me langs?"
B.
Hij vroeg : "kom je morgen bij me langs?"
C.
Hij vroeg: "Kom je morgen bij me langs?"
D.
Hij vroeg : "Kom je morgen bij me langs?"
4. 
Duid de juiste schrijfwijze aan.
A.
Die nieuwe traiteur verkoopt onder andere de volgende gerechten: couscous, spaghetti, tagliatelle, lasagne, en moussaka.
B.
Die nieuwe traiteur verkoopt onder andere de volgende gerechten: couscous, spaghetti, tagliatelle, lasagne en moussaka.
C.
Die nieuwe traiteur verkoopt o.a. de volgende gerechten: couscous, spaghetti, tagliatelle, lasagne en moussaka.
D.
Die nieuwe traiteur verkoopt o.a. de volgende gerechten: couscous, spaghetti, tagliatelle, lasagne, en moussaka.
5. 
Duid de juiste schrijfwijze aan.
A.
Hij vroeg of hij een dag vrij kon krijgen.
B.
Hij vroeg: "Of hij een dag vrij kon krijgen."
C.
Hij vroeg: "of hij een dag vrij kon krijgen."
D.
Hij vroeg: "Of hij een dag vrij kon krijgen".
6. 
Duid de juiste schrijfwijze aan.
A.
In Brussel (onze hoofdstad) vond gisteren een betoging plaats.
B.
In Brussel ( onze hoofdstad) vond gisteren een betoging plaats.
C.
In Brussel (onze hoofdstad ) vond gisteren een betoging plaats.
D.
In Brussel ( onze hoofdstad ) vond gisteren een betoging plaats.
7. 
Duid de juiste schrijfwijze aan.
A.
'Geef hier!' gilt Mary.
B.
'Geef hier!', gilt Mary.
C.
"Geef hier!" gilt Mary.
D.
"Geef hier!", gilt Mary.
8. 
Welke schrijfwijze is de meest gewenste vorm in geschreven teksten?
A.
Hij behaalde de tweede plaats.
B.
Hij behaalde de 2de plaats.
C.
Hij behaalde de 2e plaats.
D.
Hij behaalde de 2-de plaats.
9. 
Duid de juiste schrijfwijze aan.
A.
Hij betaalde een bijdrage van 150 € aan het Europees parlement.
B.
Hij betaalde een bijdrage van 150 € aan het Europees Parlement.
C.
Hij betaalde een bijdrage van € 150 aan het Europees parlement.
D.
Hij betaalde een bijdrage van € 150 aan het Europees Parlement.
10. 
Duid de juiste schrijfwijze aan.
A.
Ik ben student vlaamse gebarentaal.
B.
Ik ben student Vlaamse gebarentaal.
C.
Ik ben student Vlaamse Gebarentaal.
D.
Ik ben student Vlaamse GebarenTaal.