1
.
betekenen
?
?
Vertel
me
nu
eens
,
wat
al
die
drukte
____________________
.
2
.
faxen
?
?
De
notaris
____________________
gisteren
de
afschriften
naar
de
bedrijven
.
3
.
bekladden
?
?
De
muur
was
helemaal
____________________
met
graffiti
.
4
.
vluchten
?
?
De
____________________
gevangene
werd
gauw
weer
gegrepen
.
5
.
smashen
?
?
De
volleyballer
werd
boos
toen
hij
de
bat
in
het
net
____________________
.
6
.
overtuigen
?
?
Eindelijk
was
Cor
____________________
,
dat
hij
verkeerd
reed
.
7
.
branden
(
vt
)
?
?
Het
kampvuur
____________________
met
grote
vlammen
.
8
.
verdwalen
?
?
Pas
maar
op
,
dat
je
niet
____________________
in
het
dichte
bos
.
9
.
ontmoeten
?
?
Weet
jij
nog
,
bij
wie
we
Christien
____________________
?
10
.
opbinden
?
?
Ik
harkte
de
paden
,
terwijl
Frits
de
rozen
____________________
.
11
.
geloven
?
?
Ik
vind
je
erg
dom
,
als
je
al
die
onzin
____________________
.
12
.
verbeelden
?
?
Napoleon
____________________
zich
,
dat
hij
onoverwinnelijk
was
.
13
.
bevrijden
?
?
In
de
____________________
gebieden
werd
uitbundig
feest
gevierd
.
14
.
verzenden
?
?
Weeg
die
brief
eens
voor
je
hem
____________________
.
15
.
overtuigen
?
?
Ik
denk
niet
,
dat
je
haar
zo
gemakkelijk
zal
____________________
.
16
.
uitproesten
?
?
We
____________________
het
uit
van
het
lachen
toen
zij
de
mop
vertelde
.
17
.
joggen
?
?
Samen
met
een
vriend
hebben
we
een
eind
____________________
.
18
.
herdenken
?
?
Op
4
mei
worden
de
slachtoffers
van
de
oorlog
____________________
.
19
.
verzamelen
?
?
Is
er
in
deze
klas
ook
iemand
die
postzegels
____________________
?
20
.
aanvaarden
?
?
____________________
je
mijn
voorwaarden
,
ja
of
nee
?
21
.
aanspoelen
?
?
Ga
je
mee
kijken
,
wat
daar
op
het
strand
____________________
?
22
.
aanmelden
?
?
Toen
zich
niemand
____________________
,
plaatsten
we
een
advertentie
.
23
.
aanslibben
?
?
Tijdens
de
overstroming
was
veel
klei
____________________
.
24
.
aanhouden
?
?
Als
het
droge
weer
____________________
,
moeten
we
de
tuin
sproeien
.