Crear actividad
Jugar Test
1. 
Hoe noteren we lijnstuk AB in symbolen?
A.
[AB
B.
[AB]
C.
ab
D.
[ab)
2. 
Hoe noteren we in symbolen 'de halfrechte met grenspunt A die door B gaat'?
A.
[AB]
B.
AB]
C.
[AB
D.
BA]
E.
[BA
3. 
Hoe noteren we in symbolen: rechte m?
A.
m
B.
M
C.
rechte M
4. 
Welke andere benaming voor rechte m is correct?
A.
rechte ab
B.
rechte AB
C.
[AB]
D.
AB
5. 
|AB| staat voor ......
A.
de lengte van rechte AB
B.
de lengte van lijnstuk AB
C.
[AB] = |AB|
6. 
 lezen we als ...
A.
hoek A
B.
punt A
C.
rechte A
7. 
De bissectrice van een hoek....
A.
is een rechte door een hoekpunt van een driehoek en loodrecht op de drager van de overstaande zijde.
B.
is een rechte door een hoekpunt van een driehoek en door het midden van de overstaande zijde.
C.
de middelloodlijn van een zijde van de driehoek.
D.
is een rechte die een hoek in 2 gelijke delen verdeelt.
8. 
Welke rechte is de middelloodlijn van lijnstuk AB?
A.
B.
C.
D.