Crear actividad
Jugar Test
1. 
De trein vertrekt met moeder terwijl het kind op het perron wacht. (persoonsvorm)
2. 
Volgens de woordvoerder heeft die op geen enkel moment iets abnormaals gezien. (onderwerp)
3. 
Ben is verliefd. (NWG of WWG?)
4. 
Martijn herinnerde zich zijn schooltijd alsof het gisteren was. (NWG of WWG?)
5. 
Het was te verwachten dat het vandaag niet droog zou blijven. (onderwerp)