1
Een vooraf bepaald percentage van de stemmen moet voor het voorstel zijn.
2
Het voorstel moet de helft + 1 van de stemmen krijgen om gekozen te worden.
3
Het voorstel met de meeste stemmen wint.
4
1 persoon beslist
5
Niemand stemt 'NEE'. Men stemt 'JA' of men onthoudt zich van de stemming.
6
Er wordt vergaderd tot iedereen het eens is.
7
1 persoon kan met zijn 'NEE'-stem de beslissing gaan blokkeren.
8
Iedereen stemt 'JA'.