Crear actividad
Jugar Test
1. 
Uit welk onderdeel van een redevoering komt dit gedeelte volgens jou? Motiveer je antwoord.
2. 
Welk gedeelte van een toespraak zal volgens jou het meest inspelen op ethos? Motiveer je antwoord.
3. 
Welke type redevoering zal je nagenoeg niet meer horen in de keizertijd?
A.
genus iudiciale
B.
genus deliberativum
C.
genus demonstrativum
4. 
In welk(e) onderdeel/-delen van de redevoering verwacht je het meeste stijlfiguren?
A.
Narratio
B.
Argumentatio
C.
Exordium
D.
Peroratio
5. 
Uit welk onderdeel van een redevoering komt dit gedeelte volgens jou? Motiveer je antwoord.
6. 
In welk(e) onderdeel/-delen van de speech zal logos overheersen?
A.
Propositio
B.
Exordium
C.
Narratio
D.
Peroratio
7. 
Duid de foute stelling(en) aan
A.
Een invectiva is geen vast onderdeel van een redevoering.
B.
In de inventio denkt de spreker na over de stijlfiguren.
C.
Declamationes behoren tot het genre genus demonstrativum.
D.
De meeste stijlfiguren vind je in de argumentatio, omdat de spreker vooral hier de aandacht moet behouden en moet overtuigen.
8. 
Duid de foute stelling(en) aan
A.
Zowel in Griekenland als in Rome kwam een eind aan de retorica door de alleenheerschappij
B.
Plato was een groot voorstander van retorica om zijn leer te verspreiden.
C.
De sofisten hebben een positieve invloed gehad op de ontwikkeling van retorica.
D.
Volgens Cicero moest een goede redenaar tegelijk een filosoof zijn.