Welke invloed heeft internationale handel op het gamma van producten die ter beschikking zijn in een land?
3.
Wat is protectionisme?
4.
In de tabel vind je per land de verdeling van de productiefactoren over de twee producten. Welk land heeft een absoluut voordeel voor de productie van kaas?
A.
België
B.
Nederland
5.
Welk land heeft een absoluut voordeel voor de productie van bier?
A.
België
B.
Nederland
6.
Waarin kan België zich best specialiseren?
A.
Bier
B.
Kaas
7.
Waarin kan Nederland zich best specialiseren?
A.
Bier
B.
Kaas
8.
Stel dat België al zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van bier (situatie 1). Hoeveel ton kaas en hoeveel liter bier worden er dan geproduceerd?
9.
Stel dat België al zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van kaas (situatie 2). Hoeveel ton kaas en hoeveel liter bier worden er dan geproduceerd?
10.
Stel dat Nederland al zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van bier (situatie 3). Hoeveel ton kaas en hoeveel liter bier wordt er dan geproduceerd?
11.
Stel dat Nederland al zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van kaas (situatie 4). Hoeveel ton kaas en hoeveel liter bier wordt er dan geproduceerd?
12.
Stel dat België de helft van zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van bier en de helft voor kaas (situatie 5). Hoeveel ton kaas en hoeveel liter bier wordt er dan geproduceerd?
13.
Stel dat Nederland de helft van zijn productiefactoren gebruikt voor de productie van bier en de helft voor kaas (situatie 6). Hoeveel ton kaas en hoeveel liter bier wordt er dan geproduceerd?
