Crear actividad
Jugar Test
1. 
Moleculen opgebouwd uit C- en H- atomen zijn..
A.
apolair
B.
polair
2. 
De eenheid van massaconcentratie is..
A.
gram per liter
B.
mol per liter
C.
liter per gram
D.
liter per mol
3. 
Een emulsie is?
A.
Een apolaire vaste stof gemengd in water.
B.
een homogeen mengsel.
C.
Een apolaire vloeistof gemengd in water.
4. 
Wat is kenmerkend voor een dissociatiereactie?
A.
Het is een omkeerbaar proces
B.
Het proces in onomkeerbaar
C.
Het zijn voornamelijk zuren die dissociëren
5. 
Wanneer polaire atoomverbindingen oplossen in water krijgen we?
A.
Een emulsie
B.
Een homogeen mengsel.
C.
Een suspensie