5.
Zodra de leerlingen het gevoel hebben erbij te horen, zullen zij de behoefte voelen om invloed uit te oefenen. Dit kan zowel actief als passief; sommige leerlingen dingen naar leiderschap, anderen zijn de sociaal werker, organisator, volger of joker (van Engelen, 2014). In een groep met lage cohesie en wellicht negatieve groepsnormen zien de rollen er wat anders uit. Hoe?