NOZ
2
.
3
Op
zoek
naar
land
5
-
B
5
.
Ted
____________________
Edwin
en
Pamela
naar
het
strand
Edwin
haalt
even
____________________
en
gaat
verder
[
ademhalen
]
:
?
Ted
wil
ons
naar
land
____________________
.
Ted
zegt
:
?
Hou
je
____________________
aan
mijn
schild
[
vasthouden
]
.
?
We
pakken
het
schild
van
Ted
____________________
[
beetpakken
]
.
Ted
____________________
uit
het
wrak
.
Dan
begint
hij
te
____________________
.
Heel
langzaam
en
rustig
.
We
glijden
door
het
____________________
,
weg
van
het
wrak
.
Ted
duikt
omlaag
,
we
gaan
heel
____________________
!
Het
is
er
____________________
.
Dan
zegt
Ted
:
?
Er
komt
een
groot
____________________
aan
.
Daar
zwemmen
we
onderdoor
.
Daarom
gaan
we
zo
____________________
.
?
Dan
vaart
het
schip
over
ons
heen
.
We
horen
de
motoren
.
Dit
is
heel
spannend
!
Even
____________________
is
het
schip
voorbij
gevaren
.
Dan
zwemmen
we
verder
.
Weer
wat
later
gaan
we
____________________
boven
.
Ted
steekt
zijn
____________________
uit
het
water
en
zegt
:
?
We
zijn
vlak
bij
het
____________________
.
Kijk
,
daar
is
het
.
?
We
nemen
____________________
van
Ted
.
Ted
gaat
terug
naar
het
wrak
.
____________________
zwemmen
naar
het
strand
.
We
zwemmen
naar
de
branding
.
De
____________________
gooien
ons
op
het
strand
.
We
staan
aan
land
!
En
vanaf
dat
____________________
wonen
we
op
het
land
!
?
Edwin
is
klaar
met
____________________
en
kijkt
naar
Pamela
.
Hij
vraagt
:
?
Vond
je
het
____________________
over
vroeger
leuk
?
?
Maar
Pamela
zegt
____________________
.
Ze
ligt
heerlijk
in
het
____________________
.
Ze
is
in
____________________
gevallen
.