Crear juego
Jugar Test
1. 
Bij een petit mal heeft de patiënt geen bewustzijn verlies.
A.
juist
B.
fout
2. 
Bij een grand mal kan de patiënt voortekens krijgen. Welke?
A.
door de knieën zakken
B.
iets ruiken
C.
hevig beginnen lachen
D.
lichtflitsen zien
3. 
Bij de tonische fase worden de spieren aangespannen, verstijft de patiënt en komt hij in kramp.
A.
juist
B.
fout
4. 
Status epilepticus is de minst gevaarlijke vorm?
A.
juist
B.
fout
5. 
Geef 3 mogelijke oorzaken van epilepsie.
A.
hersentumor
B.
hersenvliesontsteking
C.
ongevallen
D.
hartstilstand
E.
beroerte
F.
kanker