Crear actividad
Jugar Test
1. 
Osteologie is de leer over de ...
2. 
Wat is geen functie van onze beenderen?
A.
grootste orgaan van het lichaam
B.
beschermd weke delen
C.
vasthechting van spieren
D.
belangrijk voor de aanmaak van bloed
3. 
Geef het meervoud van os.
4. 
Vanuit welke soort beenderen ontstaat de groei?
A.
platte beenderen
B.
pijpbeenderen
C.
korte beenderen
5. 
Geef de Nederlandse term voor epifysaire schijf.
6. 
Waar of niet waar? Baby's hebben meer beenderen dan volwassenen.
A.
Waar
B.
Niet waar
7. 
Waar of niet waar? Volwassenen hebben meer kraakbeen dan baby's
A.
Waar
B.
Niet waar
8. 
De artrologie is de leer van de ...
9. 
Het hyalien kraakbeen is synoniem van ...
A.
glasachtig kraakbeen
B.
vezelachtig kraakbeen
C.
elastisch kraakbeen
10. 
Het fibreus kraakbeen is synoniem van ...
A.
glasachtig kraakbeen
B.
vezelachtig kraakbeen
C.
elastisch kraakbeen
11. 
Geef de Nederlandse term voor juncturae.
12. 
Geef het enkelvoud van juncturae.
13. 
De elleboog is een ...
A.
scharniergewricht
B.
ellipsoïdgewricht
C.
draaigewricht
D.
kogelgewricht
14. 
De pols is een ...
A.
scharniergewricht
B.
ellipsoïdgewricht
C.
draaigewricht
D.
kogelgewricht
15. 
De nek is een ...
A.
scharniergewricht
B.
ellipsoïdgewricht
C.
draaigewricht
D.
kogelgewricht
16. 
De heup is een ...
A.
scharniergewricht
B.
ellipsoïdgewricht
C.
draaigewricht
D.
kogelgewricht
17. 
Geef het meervoud van meniscus
18. 
Geef het enkelvoud van disci.
19. 
Wat is de juiste volgorde van de wervels, van boven naar beneden?
A.
sacrales - lumbales - thoracicae - cervicales
B.
cervicales - lumbales - thoracicae - sacrales
C.
cervicales - thoracicae - lumbales - sacrales
D.
sacrales - thoracicae - lumbales - cervicales
20. 
Geef de Nederlandse term voor sternum.
21. 
Geef het meervoud van musculus.
22. 
Waar of niet waar? De spieren in ons lichaam vullen elkaar aan, dit noemen we een complementair proces.
A.
Waar
B.
Niet waar
23. 
Waar of niet waar? De biceps buigt onze arm, de triceps strekt onze arm. Dit noemen we antagonistische spieren.
A.
Waar
B.
Niet waar
24. 
Geef de Nederlandse term voor tendo.
25. 
Hoe heet het deel dat onze botten met onze spieren verbindt?
26. 
Waar of niet waar? Hormonen maken deel uit van ons exocriene stelsel.
A.
Waar
B.
Niet waar
27. 
Geef de Nederlandse term voor secreten.
28. 
Welk deel van onze hersenen is de dirigent van het hormoonstelsel?
29. 
Welke van onderstaande klieren is zowel exo- als endocrien?
A.
glandula suprarenalis
B.
thymus
C.
hypofyse
D.
pancreas
30. 
Welke term houdt in dat de hypofyse ervoor zorgt dat ons intern milieu steeds in balans is?
31. 
Welke van onderstaande delen is de voorkwab van de hypofyse?
A.
pars posterior
B.
adrenocorticotroop
C.
adenohypofyse
32. 
Geef de Nederlandse term voor acromegalie.
33. 
Geef de Nederlandse term voor cretinisme.
34. 
Welke vorm van diabetes is ten gevolge van een afwijking van de pancreas en start dus reeds op jonge leeftijd? Geef de volledige term.
35. 
Geef de Nederlandse term van glandulae suprarenalis.
36. 
Wat produceert de bijnier niet?
A.
oxytocine
B.
cortisol
C.
mineralcorticoïden
D.
oxytocine
E.
cortisol
F.
mineralcorticoïden
37. 
Geef de Nederlandse term voor glandula thyroidea.
38. 
Welke van onderstaande termen duid op een te actieve/snel werkende schildklier?
A.
hypothyroïdie
B.
hyperthyroïdie
C.
parathyreoïdie
39. 
Welke van onderstaande termen duid op een te traag werkende schildklier?
A.
hypothyroïdie
B.
hyperthyroïdie
C.
parathyroïdie
40. 
Geef het enkelvoud van ova.
41. 
Geef het meervoud van testis.
42. 
Welke van onderstaande is een mannelijk hormoon?
A.
oestrogene hormonen
B.
androgene hormonen
C.
progesteron
43. 
Geef de Nederlandse term voor thymus.