1
De Summeriërs gebruikten deze talstelsel. Restanten hiervan zijn terug te vinden in onze tijd- en hoekmeting
2
In 1582 werd deze kalender ingevoerd onder invloed van een paus. Hij besloot tien dagen weg te laten zodat de lente terug op 21 maart zou vallen.
3
Volgens het heilige boek mogen er geen correcties in de vorm van schrikkeldagen of maanden ingevoerd.
4
Het talstelsel gebruikt symbolen die een bepaalde waarde hebben waarbij de waarde van het getal de som is van deze symbolen (voorbeeld: MCMLXXIII)
5
De kalender verdeelde het jaar in 3 seizoenen. Elk seizoen telde 4 maanden van 30 dagen.
6
Deze kalender verdeelde het jaar in 355 dagen volgens de maancyclus. Om het tekort van 10 dagen op te lossen werd er per lustrum 2 schrikkeldagen toegevoegd
7
Caesar laat om de 4 jaar 1 schrikkeldag invoeren. Met deze kalender is er een verschil van 7.8 dagen op duizend jaar
8
Deze kalender is een versie en de opvolger van het Egypische kalender. Elke maand had 3 vaste dagen namelijk de Calendae, Nonae en Idus
9
Deze kalender is een maankalender met maanden van 29 of 30 dagen. Zo bekomt men 354 dagen per kalenderjaar. Dit is 11 dagen te weinig voor het tropisch jaar