Imprimir Test: Kooitje (nederlands

1.

Wat is een slavink?

A.

een soort vogel die graag sla eet

B.

rolletje varkensgehakt omwikkeld met spek

C.

een vis die lijkt p een vink

D.

sla dat lijkt op een vink

2.

Waarom 'kantelt' het gedicht bij het woord 'slavink'?

A.

Overgang van realistische (kooitje met kanarie in) naar surrealistische dingen (kooitje met kanarie in)

B.

Overgang van realistische dingen (kooitje met kanarie in) naar toekomstverwachting van de auteur (kooitje met marmer in)

C.

Overgang van saai (kooitje met kanarie in) naar origineel (kooitje met marmer in)

D.

Overgang van liefde voor vogels naar liefde voor marmer en wortelen

3.

Waarom is een leeg kooitje het mooist, denk je?

A.

Een leeg kooitje kan dienen als accessoire

B.

Een leeg kooitje heeft geen nut meer en is in dat opzicht 'zuiver'

C.

Een leeg kooitje is leuk omdat je het terug kan opvullen

D.

Een leeg kooitje kan gevuld worden met je verbeelding

4.

Hoe wordt de werkelijkheid in dit gedicht voorgesteld?

A.

Niet, er is geen werkelijkheid

B.

van gewone werkelijkheid naar artistieke vondst

C.

Als een kooitje met een vogel in naar een kooitje met brol in

D.

Als een kooitje

5.

Tot welke stroming behoort dit gedicht?

A.

Nieuwe romantiek

B.

Expressionisme

C.

Impressionisme

D.

Nieuw realisme

6.

Wat vond jij van dit gedicht?

A.

Goed, dit is het soort gedichten waar ik van hou.

B.

Middelmatig, zulke gedichten kan ik appreciëren.

C.

Minder goed, zulke gedichten zou ik zelf nooit lezen.

D.

Niet goed, ik begrijp niet van dit gedicht.