Gemeenschapsbesef door symbolen en rituelen
Ontwikkelt zich voornamelijk tijdens de vroege kinderjaren
Gevoel van samenhorigheid en solidariteit
Ik tegenover hij of zij
Het verhaal over onszelf waar we onszelf in herkennen
Meestal één dominante taal
Gevoelens, opvattingen, herinneringen, waarden, normen, gewoonten, instituties
Fysische en sociale veranderingen tijdens vroege adolescentie
Op basis van uiterlijke kenmerken
Gemeenschappelijke massamedia
Wordt binnen de cultuur gereproduceerd en overgedragen aan volgende generaties
Men maakt gebruik van verhalen, mythen en etikettering
De verschillende keuzes die we maken
Wordt bepaald door de staat of natie waartoe je behoort
Zichzelf desondanks individuele ontwikkeling doorheen de tijd en in verschillende situaties en contexten als dezelfde waarnemen
Genderidentiteit
Via slogans, symbolen en rituelen